-
1 calmer
calmer [kaalmee]1 kalmeren ⇒ tot rust brengen, (doen) bedaren, geruststellen♦voorbeelden:calmer ses passions • zijn hartstochten intomencalmer une querelle • een ruzie sussencalmer les soupçons de qn. • iemands achterdocht wegnemenje vais te calmer! • ik zal je mores leren!1 kalmeren ⇒ bedaren, tot rust komen, rustig(er) worden2 afnemen ⇒ verminderen, minder worden, luwen♦voorbeelden:1 calme-toi! • rustig maar!1. v1) kalmeren, geruststellen2) stillen, verlichten [pijn, honger]2. se calmerv1) bedaren, rustig worden2) afnemen, verminderen -
2 calmer une querelle
calmer une querelle
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский